Boterzuur in kuilvoer: de oorzaken en 5 tips om het te voorkomen!

Boterzuur verlaagt de voeropname en de voederwaarden van je ruwvoer. Boterzuur is een onsmakelijk zuur dat door boterzuurbacteriën wordt geproduceerd uit melkzuur. Door een lagere voeropname en voederwaarden veroorzaakt boterzuur een slechter welzijn en een lagere productie van je vee. Daarnaast zijn teveel bacteriën slecht voor de kwaliteit van je melk. Alle reden dus om het te voorkomen, maar hoe doe je dat?

Ontwikkeling van boterzuur

Om te kijken hoe we boterzuurbacteriën kunnen voorkomen, moeten we eerst kijken hoe boterzuur in het ruwvoer ontstaat. Boterzuurbacteriën komen vooral voor in grond, mest en water, maar komen ook van nature al voor op gras en mais. Ze zetten melkzuur om in boterzuur en CO2 en hebben daarvoor geen zuurstof nodig (anaeroob). Ze kunnen zich goed ontwikkelen in een warme, natte omgeving met een hoge pH-waarde. In een droge, koele omgeving met een lage pH-waarde kunnen ze slecht ontwikkelen, maar gaan ze niet dood. Dat komt omdat boterzuurbacteriën sporen aanmaken: dat zijn bacteriën die niet actief zijn, maar wel heel bestendig tegen extreme condities zoals hitte, droogte en een lage zuurgraad. Wanneer de omgeving verbetert, dan ontkiemen deze sporen zich weer tot bacteriën en gaan ze zich verder ontwikkelen.

Belangrijkste oorzaken

1. Te nat product: Natte graskuilen (<35% DS) bevatten vaak minder suikers, waardoor melkzuurbacteriën minder effectief de pH-waarde kunnen verlagen. Daarnaast heeft water een pH-waarde van 7 en remt het daarom de verzuring. Lees hier meer over hoe je met te natte graskuil omgaat.
2. Geen waterdichte afdekking: Een slechte afdekking zorgt voor toevoer van water in het ruwvoer en verhoogt dus de pH-waarde.
3. Een lekke sleufsilo of een slechte afwatering: Een lekke sleufsilo zorgt voor toevoer van water. Slechte afwatering zorgt daarnaast ervoor dat regenwater in de sleufsilo blijft staan en de kuil in kan lopen.
4. Vervuiling van de kuil: Boterzuurbacteriën komen vooral voor op grond, mest en oude kuil. Wanneer het ruwvoer in contact komt met grond, mest of resten oude kuil, raakt het dus besmet met nieuwe bacteriën.

Hoe boterzuur voorkomen?

1. Optimale drogestofgehalte Streef naar een drogestofgehalte tussen de 35% en 45%. Zo kan de pH snel dalen en krijgen boterzuurbacteriën minder kans.
2. Werk schone goed afgestelde machines en in een schone omgeving: Hanteer een goede maaihoogte (>8 cm) en zorg voor een schone sleufsilo, aanvoerroute en banden bij het inkuilen. Laat bij het uitkuilen geen losse kuil voor het snijvlak liggen.Zo voorkom je vervuiling.
3. Voorkom plaatselijke natte plekken in het kuilvoer: Natte plekken in de kuil zijn plaatsen waar bacteriën zich snel kunnen ontwikkelen en vervolgens de rest van het kuilvoer kunnen besmetten. Laat daarom het voer hakselen voor een homogeen product, zorg voor een egaal geheel en laat de kuil rond aflopen (plassen water veroorzaken condens).
4. Gebruik wandfolie: zo voorkom je dat dat water door de wanden van de sleufsilo in het kuilvoer kan komen.
5. Voorkom ongedierte: muizen, ratten en vogels maken gaten in je afdekking en kunnen je ruwvoer besmetten met grond en uitwerpselen. Lees hier meer over ongedierte voorkomen.
6. Zorg voor een effectieve drainage: Een goede afwatering in en rondom de sleufsilo voorkomt dat het product natter wordt. Kies daarnaast voor het enige afdeksysteem met een drainagesysteem, Silage Safe. Dan kun je ook bij een silo met enkele tussenwand of wanneer het ruwvoer nog niet boven de wanden uitkomt, het water effectief afvoeren.

Conclusie

Boterzuur verlaagt het welzijn en de productie van je vee. De ontwikkeling van boterzuur kun je vooral voorkomen door te zorgen voor het goede drogestofpercentage, zorgen dat na inkuilen er geen water in de kuil komt en door schoon te werken. Wil je meer weten over hoe je boterzuur of andere problemen kunt voorkomen? Plan dan nu een vrijblijvend adviesgesprek met een van onze specialisten en haal het meeste uit je eigen ruwvoer.