Door boterzuurbacteriën begint je kuil te stinken, verliest het smakelijkheid en wordt dus de voeropname van je vee verlaagd. Daar komt nog bij dat boterzuur voor verlies van DS en voederwaarden en een lagere melkkwaliteit zorgt. Alle reden om het te voorkomen, maar hoe doe je dat?
Laten we eerst kijken naar wat boterzuurbacteriën zijn en hoe ze zich kunnen ontwikkelen. Boterzuurbacteriën komen vooral voor in grond, mest en water, maar komen ook van nature al voor op gras en mais. Ze zetten melkzuur om in boterzuur en co2 en hebben daarvoor geen zuurstof nodig (anaeroob). Ze kunnen zich goed ontwikkelen in een warme, natte omgeving met een hoge pH-waarde. In een droge, koele omgeving met een lage pH-waarde kunnen ze slecht ontwikkelen, maar gaan ze niet dood. Dat komt omdat boterzuurbacteriën sporen aanmaken: dat zijn bacteriën die niet actief zijn, maar wel heel bestendig tegen extreme condities zoals hitte, droogte en een lage zuurgraad. Wanneer de omgeving verbetert, dan ontkiemen deze sporen zich weer tot bacteriën en gaan ze zich verder ontwikkelen.
Oorzaken
Problemen in je graskuil door teveel boterzuurbacteriën kunnen twee oorzaken hebben: er zijn te veel bacteriën bij je product ingekuild (verontreiniging) en/of de condities in de kuil zijn zo dat de bacteriën zich kunnen blijven ontwikkelen.
Verontreiniging van je kuil komt vooral doordat het in aanraking komt met grond, mest, water of resten oude kuil. Dat geldt zowel voor tijdens het inkuilen en de conservering, maar ook bij het uitkuilen. Bij het inkuilen ontstaat vervuiling vooral door niet goed afgestelde machines, vervuilde sleufsilo’s, aanrijroute of vies kuilplastic. Tijdens de conservering kan vervuiling ontstaan door een afdekking die niet waterdicht is of door ongedierte die gaten vreten in je afdekking. Vervolgens raakt de kuil verontreinigd door ontlasting van het ongedierte, maar ook door zand en water dat door de gaten naar binnen komt. Ten slotte kan ook bij het uitkuilen verontreiniging van de kuil nog zorgen voor de snelle groei van boterzuur, bijvoorbeeld door losse kuil dat in de silo ligt.
Ontwikkeling
De boterzuurbacteriën kunnen zich namelijk goed ontwikkelen in een warme, natte omgeving met een hoge pH-waarde, terwijl ze inactief worden in een omgeving die koel en droog is en een lage pH-waarde heeft. Problemen met boterzuurbacteriën komen dan ook vooral voor in natte graskuilen: die verzuren minder snel en de pH-waarde daalt minder ver. Natte graskuilen bevatten namelijk vaak minder suikers (dus minder voedingsstoffen voor melkzuurbacteriën om de graskuil te verzuren) en natuurlijk meer water (water heeft een pH van 7, dus werkt de verzuring tegen). Bovendien hebben eiwitten een bufferende werking op de verzuring.
Maar ook als de kuil snel verzuurd is, kun je tijdens de conservering nog problemen krijgen met boterzuur. Dat is vooral het geval wanneer er natte plekken zijn in de kuil: plekken waar het product van zichzelf natter is (geen homogeen product), plekken waar condens vormt of verzameld (onder plassen, op de rand van de zuurstof-werende folie) of plekken waar water nog van buiten de kuil in komen.
Tijdens het uitkuilen veranderen de condities van de kuil: er volgt zuurstofintreding en regeninslag, waarna de kuil opwarmt. Dit zorgt er voor dat de bacteriën zich snel weer kunnen ontwikkelen.
Voorkomen
Doordat de sporen van boterzuur zo bestendig zijn, is boterzuur lastig te bestrijden. Het is daarom vooral zaak om verontreiniging en ontwikkeling te voorkomen! Om je te helpen hebben wij een aantal tips voor je:
Bij het inkuilen
- Zorg voor schone en goed afgestelde machines
- Laat gras bij voorkeur hakselen, dan heb je een homogener product en komen de suikers makkelijker vrij zodat de kuil sneller kan verzuren. Bovendien laat het zich dan makkelijker aanrijden.
- Zorg voor een schone en droge sleufsilo en aanrijroute
- Gebruik alleen schoon kuilplastic
- Goed aanrijden, zodat bij uitkuilen er minder zuurstofintreding is en de kuil minder snel opwarmt.
- Glad en rond afwerken: zo blijven er geen plassen op de kuil staan waardoor er condens kan ontstaan.
- Zorg voor een lucht- en waterdichte afdekking
- Goed afdekken van de randen, die zijn vaak het kwetsbaarst omdat ze minder goed worden aangereden en minder goed zijn beschermd tegen lucht en water.
Tijdens de conservering
- Niet openmaken binnen 6 weken! Dan is de kuil nog niet voldoende verzuurd en is dus de kuil nog niet stabiel
- Voorkom ongedierte: gebruik bij voorkeur geen autobanden (schuil- en drinkplaatsen voor ongedierte), maaien rondom de sleufsilo en houd de sleufsilo en de omgeving schoon.
Tijdens het uitkuilen
- Verwijder slechte plekken om verspreiding te voorkomen.
- Hanteer voldoende voersnelheid, zodat de kuil niet teveel opwarmt. We adviseren een voersnelheid van minimaal 1 meter in de winter en 1,5 meter in de zomer.
- Blijf schoon werken: werk met schone machine en houd de sleufsilo en aanrijroute schoon
- Voorkom verontreiniging door afdekmaterialen zoals rondslingerend plastic, autobanden of het grond dek.
- Zorg voor een glad snijvlak en laat geen losliggende kuil voor het snijvlak liggen
Silage Safe
Silage Safe kan je helpen om boterzuur te voorkomen. Onze ruwvoerspecialisten kijken met je mee hoe je de risico’s kunt beperken en problemen kunt verhelpen. Daarnaast kun je met het afdeksysteem lucht- en waterdicht afsluiten, dek je ook de randen strak af, en kun je schoon werken en ongedierte voorkomen.
Heb je last van boterzuur of heb je een ander probleem? Laat het ons weten en wij kijken graag vrijblijvend met je mee naar een oplossing!
Neem contact op met Silage Safe